Recensie voor rubriek "Uitgelezen" tijdschrift De Wereldfietser

“Walden bestaat!: verhalen”, André van Hooren. Uitgever: Van Hooren Praat. ISBN 978-94-90634-01-8, 2009, 63 pagina’s, prijs: €7,00 (excl. eventuele verzendkosten)

Dit in eigen beheer uitgegeven boekje ter lengte van iets meer dan 60 bladzijden is geschreven naar aanleiding van een fietstocht van drie mannen in drie etappes van Maastricht naar Rome. André van Hooren heeft er zes korte verhalen rondom gefabriceerd, in een combinatie van feit en fictie.
Dat leidt tot een intrigerende (autobiografische) zoektocht naar de zin van fietsen, zonder pretentie en zonder opsmuk. De zes verhalen vormen een soort raamvertelling met elk een eigen invalshoek rond het antwoord op deze moeilijke vraag: “waarom doen we dit?”. Niet voor niets dat André van Hooren tussendoor te rade gaat bij de inzichten uit drie levensfilosofische cultboeken.
Ten eerste Walden van Henry David Thoreau met zijn pleidooi voor een ascetische levensstijl. Ten tweede Zen en de Kunst van het Motoronderhoud van Robert M. Pirsig over de zoektocht naar wat kwaliteit en waarde is. En tot slot De Alchemist van Paolo Coelho over de ontdekking van de jonge Santiago dat de gezochte schat dichterbij ligt dan je oorspronkelijk dacht.

Het eerste verhaal (Via Roma) kan beschouwd worden als de proloog van deze bundel. Het tweede vormt het titelverhaal (Walden bestaat!). Daarin komt de relatie met de twee reisgenoten aan bod. Onderweg vinden ze onderdak bij een agriturismo met de geïnspireerde naam Walden. De derde (met de dubbelzinnige titel ‘Voor haar’) vormt een prachtig miniatuurtje over een onderweg ontmoete fietser die niet te vroeg in Siena wil aankomen, omdat zijn vriendin nog naar de kapper moet. ‘Marie’ is de titel van het vierde verhaal, een dromerig verhaal over een fietser die verliefd is op de kleur rood – en daarna schijnbaar op hoteluitbaatster Marie: “ze doet haar vest uit en toont geamuseerd een vuurrode bustiere”. De vijfde bijdrage (Hand In De Rivier) is eigenlijk een Fremdkörper. Het element fiets, fietser of fietsreis speelt geen rol in deze beschrijving van twee zussen die verschillend omgaan met hun schippersbloed, of het moet zijn de zijdelingse opmerking dat een van hen het hof wordt gemaakt door een fietser die schijnbaar toevallig aanmeert in haar Gasthaus. In het laatste verhaal (Roze Shirts) blikken drie Italiaanse broers (waaronder een gepensioneerde Campagnolo-adept) terug op de ontmoeting die elk van hen had met een trio Nederlandse fietsers die ze elk op verschillende plekken tegenkwamen.

“Reizen als glijmiddel voor het denken en schrijven”, schrijft André van Hooren op pagina 23, als hij een bedoeling van zijn fietstocht probeert te vinden. Met dit debuut is hij daar buiten kijf reeds in geslaagd. Origineel is de wijze om de belevenissen van het trio Rome-gangers in te bedden in diverse perspectieven, culminerend in de beschouwingen van de Italiaanse broers. Een mozaïekstructuur met verschillende verhaallijnen die als satellieten om de kern cirkelen. Jammer vind ik dan wel dat het vijfde verhaal – ofschoon literair van even hoog niveau – afwijkt van deze opzet.

Uiteindelijk vindt André ook een bevredigend antwoord op de eerder gestelde vraag naar de zin van dit alles. “Dat zien [en niet zin! MP] een essentieel onderdeel vormt van fietsen, van reizen, van leven” (pag. 57). Tikkeltje zweverig, dat wel. Hij overweegt zelfs een opvolger van Pirsig’s klassieker te schrijven: “Zien en de Kunst van het Bandenplakken”.

André van Hooren heeft met dit boekje bewezen dat zijn talenten op een breder terrein liggen dan alleen maar fietsen. De reis heeft zijn literaire ambities aangewakkerd. “Minder fietsen, meer lezen en schrijven”, moedigt hij zichzelf aan op pagina 25.
Dat zien (sic!) wij als redactie van dit tijdschrift graag. Gezien de luttele kosten (zeven euro’s) en de fraaie vormgeving in handzaam pocketformaat zou ik daarom in de geest van good old Martin Ros tegen alle lezers van dit blad willen zeggen: “koop dat boek!”

Marc Peeters
16 januari 2010