Recensie voor rubriek "Uitgelezen"

“De kortste weg is een omweg: over een fietstocht naar Rome en Assisi”, Adri van Oosten.
Uitgave in eigen beheer. ISBN 978-90-484-1278-5, 2010, Productie: www.freemusketeers.nl, 225 pagina’s, prijs: € 17,50, excl. verzendkosten.

Adri van Oosten is een gepensioneerd gemeenteraadspoliticus. In 2007 is eindelijk het moment aangebroken om zijn droomreis met levenspartner Jannie te ondernemen. “Laten we gaan leven zoals het leven bedoeld is”, omschrijft hij op pagina 9 zijn intenties in de proloog van zijn boek. En ietsje verder: “zwerven, trekken, vrij zijn, dat soort dingen”. Ze vertrekken per fiets met de tent achterop vanaf hun huis in het vertrouwde Zeeland voor een tocht van twee-en-een-halve maand die hen na 2500 km bij de dubbele eindbestemming Rome-Assisi moet brengen. De tocht loopt soms via zelfgekozen routes, soms ook met behulp van een aantal fietsgidsen en aangegeven routes (bijv. de Groene Route) via een omweg over Corsica en Sardinië naar het Italiaanse vasteland.
Onderweg maken beiden aantekeningen, die Adri naderhand uitwerkt in dit boeiende en avontuurlijke reisverslag.
“De kortste weg is een omweg” is echter niet zomaar een dagboek. Routedetails worden gelardeerd met bespiegelingen en sfeervolle beschrijvingen van het landschap. Wat te denken bijvoorbeeld van deze poëtische passage op pagina 46: “Een reiger staat reigertje te spelen. Kikker laat zich niet zien. Meerkoeten dobberen parmantig op het water. Een roofvogel staat te bidden in de lucht. Spiegelend water. Stilte.”
Met een dergelijke schrijfstijl is het niet verrassend te ontdekken dat Adri een liefhebber van poëzie is. De meeste hoofdstukken worden al verhalend afgesloten met een toepasselijke passage uit een of ander klassiek gedicht. Een hulpmiddel waarmee het boek wint aan reflectieve diepgang. Filosofische gedachten – hoe simplistisch soms ook – komen op verschillende momenten bovendrijven. “Praten en filosoferen, daar zijn we altijd goed in geweest”, wordt er genoteerd op pagina 40. “Mijn hoofd ontslakt als het ware, om ruimte te maken voor nieuwe, frisse ideeën en gedachten” (p.113), legt Adri uit waarom hij zo graag fietst.
Het boek is tevens een ode aan het gezin van Adri; zijn kleinkind bijvoorbeeld, waar beide reizigers vol heimwee over mijmeren, en vooral ook een ode aan zijn maatje Jannie. Een fietsreis gaat door dalen, en er worden vele bergen overwonnen. Ook in figuurlijke zin dus, dit boek is daar het bewijs van. Er wordt niet geschuwd de onderlinge wrevels onderweg op te tekenen. Met hetzelfde gemak en steunend op een rotsvaste vriendschap waaien ze echter ook weer over.
Soms haalt de schrijver een Alter Ego van stal, die Adri met een knipoog vermanend toespreekt. Op zich een knappe vondst, waarmee Adri zijn geweten probeert te sussen. Religieuze trekjes, zoals pelgrimeren en de levensweg, zijn beiden überhaupt niet vreemd, getuige ook de bezoeken aan kerkelijke spirituele oorden, bijvoorbeeld Taizé, de vele overnachtingen in kloosters en de keuze van de eindbestemming: Rome annex Assisi, het laatste ingegeven door een grote bewondering voor de heilige Franciscus, ecoloog avant-la-lettre.
Aan het eind kan niet anders dan geconstateerd worden dat de droomreis – in ieder geval voor de hoofdrolspelers – heeft geleid tot een droomboek. Voor eenieder die ook dergelijke dromen koestert derhalve een aanrader. Maar ook voor fietsers die ‘gewoon’ naar Corsica of Sardinië willen.

Marc Peeters
25 augustus 2010