De vrouw met de mooi witte billenSoms fiets ik maar wat. Achteloos, gedachtenloos, gewoon wat mijmerend. Wel oppassen dat je niet struikelt over het een of ander. Wakend voor onverwacht opdoemend gemotoriseerd verkeer. Gelukkig in die zin dat het gevaar niet geluidloos is.Ogen die zwerven, ogen verdwaald, ogen een beetje verliefd. Het buurtschap Keent is gelegen in een natuurgebied, eigendom van de stichting Brabants Landschap. In Spanje zouden ze zeggen: cuatro casas. Je bent er voorbij voordat je er erg in hebt. Maar o zo mooi landelijk. Er wonen wat kunstenaars, zo is te zien aan de objecten uitgestald in de voortuinen, ateliers in de open lucht. Er is een theehuis, en dat is het dan. Plotsklaps doemt er dan toch iets op. Ik zie het in de weide links van mij. Het is geen koe. Het heeft iets van die iconische PSP-poster: ‘ontwapenend’. Wat ik zie is onschuldiger, minder provocerend. De edele MeToo-delen niet zichtbaar. We kennen de verhalen van rensters, die collectief halverwege de koers ergens in de berm hurken. Altijd de goede kant opgedraaid, met zicht op het vetloze achterwerk. Soms leidend tot een relletje. Zoals toen de ploeg van Annemiek van Vleuten in de Vuelta a España de plannen voor een aanval niet liet verstoren door een onaangekondigde plasstop van de troepen van Demi Vollering. Deze vrouw is alleen. Ik vermoed een wandelaarster, denkend dat niemand haar hier zal bespieden. De theetuin kennelijk nog niet geopend. En in het besef dat de eerste de beste uitspanning nog lang niet in zicht is, wachten tot Ravenstein, of Grave, geen idee wat haar koers is. Ik fiets er langs zonder enige ruchtbaarheid, zonder te demarreren, waarom zou ik? Maar mijn ogen blijven niet werkeloos. In eerste instantie denk ik aan een kunstobject, maar nee, dit is levende natuur, dit is een reality-show. Voor elk oog één bil. Het wit maagdelijk afgetekend tegen het malse groen van de wei. Mijn voorwiel kust het asfalt. De weg meandert verder, net als mijn gedachten. Marc Peeters |