Niets is voor de eeuwigheidSoms gebeurt er iets, je hoort iets, je merkt iets, dichtbij, en
je denkt alleen maar: ‘wat heb ik nu aan mijn fiets hangen?’ Nu,
in dit opgetekend relaas, is dat dan letterlijk het geval. Net vertrokken dus, vanaf hostal Izar-ondo, gelegen in Arbizu,
een Navarrees dorpje zo’n 40 kilometer ten westen van Pamplona.
Bij aankomst gisteren had ik op het straatplein links en rechts
geïnformeerd naar de beste overnachtingsplek. Een jonge dame op
straat wond er geen doekjes om: hostal Izar-ondo het beste dat er
is, ze verzekerde me dat het eten daar goed was. Ook dat kan een
reden zijn. ‘Izar ondo’ is baskisch voor ‘goede ster’, soort
Michelin-kwalificatie, dus dat zal wel kloppen dan. Net weg dus, op weg naar het santuario. Ik verlaat de grote weg,
om de rustige doorsteek door het dorpje Lakuntza te maken. ‘Krak’
hoor ik. Dan zijn er meerdere opties of verklaringen: iets in mijn
lichaam? God betere van niet. Iets op straat, of daar vlakbij? Ik
keek om mij heen, niks te zien. Dan blijft over de fiets. Ik stap
af en doe een quick scan. Snel is duidelijk dat mijn zadel op half
7 hangt. Het bizarre is dat ik best door zou kunnen fietsen. De
zadeltas (met de omvang van een broodtrommel) heeft de breuk
opgevangen. De zadeltas zit rechtstreeks aan de losse rails van
het zadel, en die tas drukt nu iets meer tegen de zadelpen en mijn
opgewonden kabelslot. Ik loop terug naar het hostal. En ik weet dat ik als de
wiedeweerga een fietsenmaker moet zoeken. Zou er eentje zijn in
deze dunbevolkte uithoek? Leeftijd: 20 jaar. Doodsoorzaak: metaalmoeheid. Ondertussen is ook de chef van het hostal verschenen. Hij kijkt even, en zegt meteen: “ik breng je straks naar een fietsenmaker, het is de broer van José Luis Arrieta”. Aha, de man van Movistar, weet ik natuurlijk. De jefe van het hotel is een heuse aficionado, een liefhebber van de sport. Als hij hoort dat ik uit Nederland kom krijg ik al snel de bijnaam Banderpo-el. Als ik hem vertel dat Annemiek Ban Blewten bij wijze van spreken bij mij om de hoek woont, is hij helemaal verkocht. Het ontbreekt er nog aan dat ie een speciaal verzoek om een handtekening van haar indient. We spreken af einde van de middag hier bij de garagepoort. In de tussentijd lig ik op mijn hostalbed, fantaserend over wat er had kunnen gebeuren, en over wat er mogelijk nog kan gaan gebeuren. Met het zadel en de gebroken rails in de hand rijden we dan naar
de fietsenzaak van Angel Arrieta. Nee, gelukkig hoef ik niet de
hele fiets mee te zeulen. Dat zou ook niet passen want achterin
zit het zoontje van de jefe, met zijn mini-racefietsje. Hij gaat
naar de training, papa brengt hem, en die zal hem daarna
opwachten. Het trainingsparcours is net buiten Uharte. Alles ligt
hier trouwens vlakbij elkaar. Papa Izar-Ondo wijst me nog op een supersonisch dicht wiel,
uitgestald op een plank. Dat is van Miguel Indurain, de man van
Pamplona, gebruikt bij zijn geslaagde werelduurrecordpoging. Voor
eeuwig beroemd vanwege zijn 5 opeenvolgende overwinningen in de
Tour de Francia. Ook wijst hij op een foto van een fietser in de
werkplaats (op mijn foto half verscholen achter señora Arrieta).
“Dat is de zoon van Angel, Igor. Een groot talent.” Bij de echte kweekvijver komen we daarna aan. Ik zie ukkies die op commando oefeningen doen. Stukje fietsen, dan met losse voet een bal in een goaltje trappen, en daarna laveren om wat pylonnetjes. Zo verlaten in de ‘middle of nowhere’, het lijkt op een
landingsbaantje, een airstrip om alle wielerprofs uit de regio
aan- en af te voeren naar de internationale wedstrijden. ’s Avonds als ik een beetje ben bijgekomen van alle
verwikkelingen loop ik wat rond buiten langs het terras. Ik haal
mijn fiets weer tevoorschijn en inspecteer het een en ander, er
zou zich toch zomaar ergens nog meer ‘aftakeling’ kunnen
manifesteren! De volgende ochtend, ja ik ben fris, doe ik een 2e poging. Inwijding van het nieuwe zadel. Grootvader Izar-ondo waarschuwt me nog voor de betonplaten op weg naar boven. “Als je die afdaalt word je door elkaar geschud”. Als mijn zadel het maar houdt. Ja, paniek kan elk moment toeslaan. Gestadig maar zeker fiets ik naar
boven. Hoe hoger ik kom, hoe meer de diepte een onderdeel van het
verleden wordt, daar waar ik eerder was. Een laatste stukje nog,
het aftelproces bijna voltooid. Van de andere kant van Lekunberri
zie ik een andere fietser komen. In slagorde leggen we de afslag
richting kerkje af. Boven spreek ik hem. Pablo fietst met een
eBike. Hij is van mijn leeftijd, dus dat kan niet de reden zijn.
Verschillende heupoperaties hebben een natuurlijke voortbeweging
op eigen kracht onmogelijk gemaakt. De heupoperaties waren niet
het gevolg van ongelukken of fracturen, lumbaal thoracaal of waar
ook. Bij Pablo is het pure slijtage, ook zijn lichaam heeft niet
de eeuwige jeugd.
Deze klim komt voor de eeuwigheid op mijn palmares. Dan daal ik weer af, dezelfde weg als heen, hotsend en botsend, en veel remmend om de schokken van de betonplaten maar te dempen. Het zit erop. Tot slot: dat zadel zit er nog steeds op. Prima ding. Voor de eeuwigheid? Niets is voor de eeuwigheid. Behalve dit verhaal dan, echt gebeurd, niks verzonnen. En de dynastieën Arrieta en Izar-ondo natuurlijk, zolang het zaad zich verspreidt. Marc Peeters Oktober 2021
|